Van Barloche naar Coyhaique

Dag Allemaal,
We zitten nu, woensdag 13 februari, in een zeer regenachtig Puerto Aisen`.Dit ligt aan een van de vele, diep in het land indringende, fjorden in zuid Chili (dicht bij de haven Chacabuco).
Om terug bij het vorige verhaal aan te knoopen, in Bariloche hebben we enkele rustdagen genomen.
Rustdagen,dwz we hebben er een tweedaagse gelopen.De eerste dag was klimmen in een, met bossen bedekte, vallei met een prachtige bergstroom, met watervallen, er doorheen. De bossen zijn hier werkelijk prachtig, dit komt door de vele, soms overvloedige regenval
Men heeft hier echter niet de bloemenpracht van de Alpen.
In een refuge, bij een bergmeertje hebben we overnacht. Daar werd s’nachts nog gefeest ter ere van "media luna". Dat hebben we maar aan de Argentijnen overgelaten.
De tweede dag was het verder klimmen tot ruim 2000m. Daar hadden we prachtige uitzichten op de valleien met de vele meren en op de omliggende besneeuwde bertoppen , oa de Tronador (3478m).Het klimmen en dalen was soms wel op verraderlijke steile hellingen met rotsen en puin. Tijdens de afdaling hebben we een koppel condors in volle vlucht van nabij kunnen bewonderen.
Na een extra rustdag, die we dik nodig hadden, zijn we verder in Argentinie naar het zuiden gefietst. In 4 dagen naar Esquel
Dit is een traject tussen de bergen, langs vele meren en met dicht beboste hellingen. Tussenin is er ook wel wat vee- en fruitteelt.
Als men verder naar het oosten rijd wordt het een stuk droger en krijgt men een steppeachtig landschap, zoals we er veel in noord Argentinie gezien hebben. Een goede afwisseling, want dit zijn mooie open landschappen met prachtige vergezichten en met laguna’s waarop zelfs enkele flamingo’s zaten. En de routa 40 was weer ons gezelschap.
In Esquel hebben we tijdens een rustdag een tochtje gemaakt met een oud smalspoor berg-stoomtreintje. Een van de weinige treinen die we in Argentinie hebben gezien. Spoorlijnen hebben we meer dan 1000km gezien, maar onder president Menem zijn praktisch alle treinen afgeschaft. De volgende dag hebben we een uitstap naar het nationale park Los Alerces gemaakt.
Dit is een groot gebied met bossen, meren, rivieren, bergen en gematigd regenwoud dat volledig beschermd wordt.
Na Esquel zijn we terug richting Chili gefietst, dwz definitief afscheid van Argentinie met zijn gulle zon, mooie landschappen en ruwe, veelkleurige bergformaties, zijn meestal rustige fietswegen (routa 40), zijn gezellige dorpen en steden, zijn verzameling aan oude auto’s en vrachtwagens die ongeloofelijk maar waar allemaal rijden en zijn vriendelijke mensen die meestal willen weten vanwaar je komt, maar Belgica is toch zo ver weg en niet zo goed bekend. Alhoewel, in Chili antwoorde een man ons direct met "godverdomme", een ex-matroos. De minder goeie zaken zullen we hier maar niet vermelden.
Zoals gewoonlijk, in de buurt van de grens wordt het gravelweg, maar wel mooi. Op en af tussen bergen,bossen, rivieren, koeien en paarden. En steeds besneeuwde bergtoppen in de buurt of verweg. Terug in Chili ligt er dan plots 10 km zeer mooie asfalt tot Futaleufu, waarom precies daar is een raadsel.
In Futaleufu zijn we net een dag te laat om een rodeo mee te maken. Dat hadden we graag wel eens gezien, want dat is heel populair hier. Wel zien we een grote bosbrand oplaaien. Op de fiets hadden we al een kleine rookpluim hoog op de helling gezien, maar s’avonds was het een grote brand geworden. Het is hier nl uitzonderlijk warm en droog dus. Normale temperaturen hier in de zomer liggen tussen 16 tot 20 graden,de afgelopen 3 weken liepen die op tot ruim 30 graden.
Na Futaleufu rijden we verder westwaards Chili in. We hebben nu enkele honderde kms gravelweg voor de boeg, meestal op en af en soms met nijdige en lange hellingen. Maar de omgeving is mooi. Deze streek is einde van19de eeuw ontgonnen. Het binnenland was lange tijd enkel bereikbaar via smalle bergpaden. President Pinochet heeft begin tachtiger jaren het startsein gegeven voor de aanleg van de Carreterra Austral. Dit is een 1500km lange gravelweg (ripio heet dat hier) van Pueto Montt tot Villa O’Higgins dit door een oerlandschap van bergen, rivieren, fjorden en gematigd regenwoud ( op sommige plaatsen valt er tot 4m water per jaar) loopt. Sommige dorpen zijn amper 30 jaar oud en  geven een pioniersindruk.
In Puerto Puyuhuapi, na ruim 250km, vindt Agnes het welletjes en gaan we met de bus verder tot Coyhaique, de enige stad ( 40 000 inw) in dit gebied.We kijken hier wat rond en regelen ook de boottocht terug van Chacabuco naar Puerto Montt.
Ge ziet het de voorbereiding van de terugtocht is begonnen.
 
Zo, de groeten van Agnes en Gilbert.
 
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Een reactie op Van Barloche naar Coyhaique

  1. hugo zegt:

    Hallo daar
     
    Het blijft allemaal zo mooi ginder,de bergen en de meren,de voortduurende blauwe hemel zelfs de sneeuw,de groene beplanting en al de dieren in het wild.

Plaats een reactie